Doorgaan naar hoofdcontent

Eneco: kabinet vertraagt warmtetransitie

 
Eneco: kabinet vertraagt warmtetransitie

Het kabinet wil komende vrijdag besluiten tot verplicht publiek eigendom van nieuwe warmtenetten. Ook worden, op termijn, private eigenaren van bestaande warmtenetten onteigend. Deze ongekende keuzes leiden tot investeringsonzekerheid voor lopende projecten, jaren vertraging van de warmtetransitie en grotere afhankelijkheid van aardgas. Juist in tijden van hoge energieprijzen zijn alle partijen keihard nodig om zo snel mogelijk uit de energiecrisis te komen. Private warmtebedrijven nemen thans ca. 90% van de investeringen in collectieve warmtevoorzieningen voor hun rekening. Het uitsluiten van de private sector is daarom onbegrijpelijk. In de huidige energiecrisis moet de publieke en private realisatiekracht gebundeld worden, niet verdeeld en vertraagd. Daarbij wordt warmte ook niet goedkoper met dit voorstel.

Net als gemeenten ziet Eneco het belang van meer publieke regie in de warmtetransitie en steunt het bedrijf een kabinetsbesluit in die richting. Maar de gekozen oplossing, waarbij private bedrijven alleen nog minderheidsaandeelhouder mogen zijn van een warmtenet, is verkeerd. Met beperkte zeggenschap kan Eneco namelijk geen verantwoordelijkheid nemen voor de grote ondernemingsrisico's van een warmtebedrijf. Zo wordt het ons onmogelijk gemaakt investeringsbeslissingen te nemen en wordt het vanuit bedrijfseconomisch perspectief onverantwoord om tientallen miljoenen euro te investeren per warmtenet. Het is niet haalbaar om wel kapitaal, kennis en ervaring in te brengen, terwijl de zeggenschap bij een publieke partner ligt, vaak met weinig ervaring met aanleg, onderhoud, distributie en uitbating van een warmtenet. Het risico is te groot om projecten met een inves­teringshorizon van 20 tot 40 jaar bloot te stellen aan de onvoor­ spel­bare dyna­miek van de lokale politiek.[1]

Geen landelijk keurslijf, maar lokaal maatwerk

Het kabinetsbesluit is des te opmerkelijker, omdat een recent onderzoek van PWC[2] in opdracht van minister Jetten heeft bevestigd dat verplicht publiek eigendom de warmtetransitie zal vertragen. Niet alleen vanwege de enorme financiële risico's voor gemeenten maar ook omdat de publieke realisatiekracht tot tenminste 2030 tekortschiet. Daarbij hebben andere publieke partijen, zoals  netbedrijven, nu al grote moeite met het tijdig vergroten van de capaciteit van hun elektriciteitsnetten.

 Een landelijk wettelijk keurslijf van verplicht publiek eigendom past anderzijds ook niet bij de behoefte van veel gemeenten aan flexibiliteit en lokaal maatwerk. Eneco pleit daarom voor een model waarbij gemeenten meer keuzevrijheid hebben tussen publiek, privaat, en PPS (publiek-private samenwerking, bijvoorbeeld met een eigendomsverhouding van 50/50). De uitdaging van de warmtetransitie is te groot en te belangrijk om op één paard wedden.

Risico voor lopende projecten ondanks ingroeifase tot 2030

Eneco wil graag samen met gemeenten zoveel mogelijk huishoudens in Nederland van het dure en schaarse aardgas afhelpen. Het voorgenomen kabinetsbesluit leidt echter direct tot investeringsonzekerheid voor lopende warmteprojecten omdat het overgangsrecht onduidelijkheid geeft. Kan het project wel of niet doorgaan en kunnen investeringen nog worden terugverdiend bij inwerkingtreding van de wet in 2024? Eneco zal daarom per gebied, met onder andere gemeenten en woningcorporaties, bekijken hoe investeringen toch door kunnen gaan, terwijl de investeringszekerheid kan worden behouden.

Den Haag

Een voorbeeld van de onmiddellijke onzekerheid is de bijdrage van Eneco aan de overstap van aardgas naar warmtenetten in de gemeente Den Haag. Die overgang is een voorwaarde voor de ontwikkeling van lokale geothermiebronnen en onze rol als launching customer van transportleiding WarmteLinq (Warmteleiding van Rotterdamse haven naar Den Haag).

Verplicht publiek eigendom leidt niet tot lagere warmtetarieven

Momenteel zucht Nederland onder hoge energieprijzen. Daarom is belangrijk dat uit een recent onderzoek van Berenschot blijkt dat publieke warmtebedrijven in de praktijk gemiddeld geen lagere warmtetarieven hanteren dan private bedrijven.[3] De keuze van het kabinet voor verplicht publiek eigendom gaat daarom niet bijdragen aan lagere warmtetarieven. Vanwege de toenemende complexiteit is de kans zelfs groot dat de risico's en kosten juist zullen toenemen.

 Eneco steunt de wens om de tarieven niet langer te baseren op een aardgasreferentie, maar op de werkelijke kosten plus een redelijk rendement. Waarbij nu al geldt dat warmtebedrijven niet meer dan ca. 6% rendement mogen maken op hun investeringen. ACM houdt hierop toezicht en heeft sinds 2021 het recht om in te grijpen als de behaalde rendementen te hoog zijn. Verplicht publiek eigendom leidt niet tot betere betaalbaarheid, maar vergt wel veel extra kapitaal van gemeenten en dat kan leiden tot extra financiële risico's voor de (lokale) belastingbetaler.


 


 

[1] Zie blz. 6 van het PwC-rapport in opdracht van ministerie van EZK (zie noot 2). Zie ook de rapporten van de Rekenkamers in Amsterdam en Rotterdam die illustreren hoe groot de effecten van de lokale politiek zijn op de bedrijfsvoering van respectievelijk AEB en Warmtebedrijf Rotterdam (WBR). Beide bedrijven zijn in de afgelopen jaren in grote financiële problemen gekomen.

[2] PWC, 5 augustus 2022, "Effecten van publiek eigendomsverplichting op de realisatiekracht voor collectieve warmtesystemen".

[3] Zie blz 11 van: https://www.berenschot.nl/media/b2qkhjpr/berenschot-vergelijking-van-zes-warmtenetten-met-verschillende-ketenstructuur.pdf



De aanleg van het windpark in windenergiegebied HKN is gestart
Op maandag 17 oktober is de eerste monopile voor het offshore windpark Hollandse Kust Noord geplaatst. Lees meer in dit nieuwsbericht


Actueel nieuws in jouw mailbox ontvangen?
Direct het hele artikel lezen? Meld je aan voor de nieuwsbrief.